Berry Bonestroo speelde tegen Johan Krebs. In het begin van het middenspel gaf Johan onnodig een stuk weg. Hierdoor was de partij niet meer in evenwicht en Berry benutte dat ten volle. Meerdere stukken vielen en er was geen houden meer aan. Berry maakte het met een robuuste schaakmat af.
Kees Pieterse speelde tegen Leo Oostendorp. Tot het begin van het middenspel ging het gelijk op, maar optisch stond Kees slechter. Hij had verzuimd tijdig te rokeren. Toen hij dat alsnog wilde gaan doen, was hij te laat. Door de aanval van Leo op zijn koning met een ruil van de dames zou hij een toren gaan verliezen. Dit overziende gaf hij op. De les voor hem is om in het vervolg toch sneller de rokade door te voeren.
Frank Klinkenberg speelde niet zijn beste wedstrijd tegen Maarten ter Bals. Al vrij snel verloor hij door een misrekening een loper en die slag kwam hij niet meer te boven. Maarten veroverde nog een pion en in het eindspel veroverde hij er nog een aantal. De druk op zijn koning werd zo sterk dat Frank een schaakmat niet meer kon ontlopen.
Michel Westhoff kon het niet bolwerken tegen Karin Pruijssers. Het ging lang gelijk op, maar in de loop van de partij veroverde Karin een toren. In het eindspel drong zij assertief door met behulp van haar koning naar de achterlijn van Michel die een schaakmat niet meer kon vermijden. Al eerder had Karin de mogelijkheid om een schaakmat te bewerkstelligen (volgens de analyse van Lichess), maar zij verzuimde dit. Uiteindelijk behaalde zij toch de volle winst.
Theo van der Bijl leverde een knappe prestatie door Jack Linders te verslaan. Theo speelde een puike partij en zette zo veel druk op Jack dat deze een loper verloor. In het eindspel maakte Jack een cruciale fout, waardoor zijn koning en toren op 1 lijn te plaatsen, maar te ver van elkaar verwijderd. Hierdoor verloor hij zijn laatste toren. Hij gaf gelijk op.
Peter Grasman en Bert Ekkelboom gaven elkaar geen duimbreed toe. In een volkomen gelijkwaardige stelling besloten de heren tot een broederlijke verdeling van het punt. Meer zat er voor beiden niet in.
André Langeslag gaf tegen Arnout Groen zomaar een loper weg. Dat was het begin van een redelijk snel einde. In de loop van de partij kreeg hij ook nog een vork op zijn dame-toren te verwerken, die uiteraard hem zijn toren kostte. Daarna was het een kwestie van tijd voordat de schaakmat door Arnout werd gegeven.
Theo Meulmeester trof Peter Aartsen. Theo had het beste van het spel en veroverde een loper. De eindstrijd werd aangegaan met Theo een loper en toren tegen Peter alleen een toren. Bovendien stond een pion van Theo nog maar 1 stap van de "overkant" verwijderd, waardoor Peter zijn koning verplicht op de achterlijn moest houden. Toen Peter ook nog zijn toren op de verkeerde plaats zette die prompt werd gepakt door de loper van Theo, gaf hij terecht op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten