Superbokaal prooi voor Rutger Zwart

De strijd om de superbokaal werd geheel volgens verwachting gewonnen door Rutger Zwart. Kees Pieterse verdedigde zich met man en macht, maar verloor in het middenspel een centrumpion. Dat voordeel buitte Rutger genadeloos uit. Kees werd stap voor stap teruggedrongen en zag uiteindelijk zijn bastion vallen. Gefeliciteerd Rutger.

Bert Baas verloor in een bloedstollende partij van Kees Henstra. Het was een eindspel met toren en dame. Maar de positionering van de stukken van Kees was gewoon beter en Bert moest tandenknarsend toezien dat zijn vesting niet te houden was. Door dit resultaat is hij weer van de eerste plaats verdrongen. Henk Noort speelde een prima partij tegen Frank Klinkenberg. Henk wist een kwaliteit te veroveren en Frank moest in de verdediging. Lang ging dat goed en Henk had moeite om te schakelen. Maar ten slotte wist hij toch de partij in zijn voordeel te beslechten.

Dorinde Bierma kwam een kwaliteit achter tegen Ingrid Klinkhamer en had eigenlijk gewoon moeten verliezen. Maar Ingrid had een mindere dag blijkbaar en begon fouten te maken. Ze nam verkeerde beslissingen en het ging snel van kwaad tot erger. Uiteindelijk had ze nog wat pionnen meer, maar haar verdediging werd gatenkaas. Dorinde maakte er dankbaar gebruik van en zette haar schaakmat.
Bas de Roos en Jan Spijkerbosch hadden ook een enerverende partij. Bas had in het eindspel een toren tegen Jan een paard. Maar Jan had beduidend meer tijd, dus Bas koos voor de veilige weg en stelde remise voor. Aldus geschiedde.

Marcel Verdonk en Aad de Bruijn hielden elkaar lang in evenwicht. Marcel veroverde weliswaar een pion, maar daarmee was de strijd nog niet gestreden. Totdat Aad een cruciale fout beging en tegen een vork aanliep. Dag toren! Aad gaf gelijk op. Theo Meulmeester boekte een knappe overwinning op Jack Linders. Jack verslikte zich en verloor prompt een toren tegenover Theo slechts een loper. Daarna verloor Jack nog een pion en hield het verder voor gezien. 1-0 dus voor Theo.

Jan Kranenbarg boekte alweer een mooie overwinning. Dick Langedijk was het slachtoffer. Dick verloor al snel zijn dame en dan weet men het wel. Er werd nog even doorgespeeld, maar dat had eigenlijk geen zin. Even later was het dan ook gebeurd. Maarten ter Bals en Theo van der Bijl deelden het punt. Theo stond naar mijn bescheiden mening iets beter, maar niet voldoende om daar winst uit te behalen. Beiden mogen tevreden zijn.

Han Kip en Michel Westhoff waren ook aan elkaar gewaagd. Michel had in het eindspel een pion meer, maar kon daarmee geen overwinning bewerkstelligen. Ook hier dus remise. André Langeslag was op dreef tegen Johan Krebs. Met vliegende trom kwam hij uit de startblokken en sloeg gelijk een grote bres in de verdediging van Johan. Een kwaliteit werd gewonnen. André stootte door en Johan kon de dijkdoorbraak niet tegenhouden. Met een keurige schaakmat haalde André het volle punt binnen.

Hans Hertgers en Peter Grasman hielden elkaar ook keurig in evenwicht. Han had een toren versus een loper als betere kwaliteit, maar wist er toch niet mee door te stoten. De verdedigingslinie van Peter was ijzersterk en dus werd tot remise besloten. Michel Breij kwam slecht uit de openingsfase tegen Simon Zwart. En dat kostte hem gelijk een paard. Daarna speelde Simon als oude meester het spel rustig uit. Hij dreigde zelfs een tweede kwaliteit te veroveren, maar daar dacht Michel anders over. Hij gaf (terecht) op.

Ap Ketting en Peter Aartsen ruilden gelijkmatig af en konden absoluut geen bres in de verdediging van de ander slaan. Dan rest slechts een verdeling van het punt, tenzij je grote risico's gaat nemen. Daar waren beiden niet toe bereid, dus werd het punt broederlijk gedeeld.